Als u er uit bent hoe de vijver moet worden en als u denkt te weten waar die moet komen, is het verstandig dat in de tuin uit te zetten. Dit kunt u doen met stenen of met houten paaltjes en een touwtje ertussen. Als dat eenmaal gedaan is, is het handig om het een paar weken aan te kijken of de plek en het formaat bevalt en of de vijver niet vol in de zon ligt of juist alleen maar schaduw heeft.
Waterplanten vragen een beetje zonlicht en ook vissen, kikkers en salamanders vinden een beetje zonlicht wel prettig.
Een plek met veel wind of onder de bomen is ook niet te adviseren vanwege waterverdamping en blaadjes die in de vijver vallen en daar gaan rotten en veel zuurstof verbruiken.
Ook is het verstandig te letten op de plaatsing van de leidingen die gaan komen, maar ook de leidingen die er misschien al liggen.
Ga met schuiven en uitproberen van de vijvervorm net zo lang door tot u echt helemaal tevreden bent, een vijver ligt er ten slotte voor jaren.
Komt er een vijver waar ook planten in komen, dan moet er een vijver aangelegd worden met diverse niveau’s erin, een ondiep gedeelte voor de planten en misschien een moerasgedeelte met een beekloop of waterval.
Misschien heeft u liever een vijver met koikarpers, diep maar dan wel zonder planten zodat de vissen alle ruimte hebben.
Een vijver heeft een biologisch evenwicht nodig en daarvoor is een minimale inhoud van 1000 liter vereist. Hoe meer water, hoe makkelijker dat evenwicht tot stand komt.
Om de vissen in de vijver in de winter een goede overlevingskans te bieden moet de vijver minimaal 1 meter diep zijn.
Als de plaats van de vijver vastligt en ook bepaald is wat voor soort vijver het moet gaan worden, gaat de klus pas echt beginnen. Zorg er voor dat de afmeting van de folie klopt. Die kunt u berekenen op de volgende manier: tel bij de grootste lengte en de grootste breedte van uw ontwerp 2 keer de grootste diepte plus 2 keer 50 cm voor de rand op.
Voor het gemak hebben we een vierstappenplan gemaakt.
- Stap 1. Zet met houten paaltjes de buitenrand van de vijver uit. Controleer met een waterpas of alle paaltjes even diep staan en breng een touwtje aan tussen de paaltjes. De paaltjes zijn een belangrijk meetpunt om straks, na het uitgraven, de diepte te kunnen controleren.
- Stap 2. Graaf nu het afgebakende gebied uit tot op de vereiste dieptes. Controleer met een waterpas of de verschillende niveau’s vlak zijn. Voor de stevigheid is het mogelijk om een klein laagje cement aan te brengen op de bodemvlakken van de vijver. Breng hierna een beschermvlies aan over de gehele bodem van de vijver, dit om straks de folie te beschermen.
- Stap 3. Leg de folie in de vijver en verzwaar de rand met stenen. Breng op de bodem een 2 cm dikke laag substraat aan. Laat nu langzaam water op de folie lopen en trek af en toe aan de rand van de folie op de plooien er zoveel mogelijk uit te trekken. Verplaats de stenen aan de rand naar mate de folie de juiste bodemvorm aanneemt. Snij overtollige folie pas af als de vijver helemaal vol is. Zorg er wel voor dat er voldoende folie overblijft voor een randafwerking.
- Stap 4. Haal de stenen aan de rand weg en werk de rand af met een materiaal naar keuze. De rand kan van verschillende materialen gemaakt worden, harde turf, tegels, rotsen, steigerhout of met bijvoorbeeld een begroeiingsmat voor een mooie groene afwerking.
Daarna is het belangrijk dat u een monster van het water meeneemt naar de zaak zodat wij het kunnen testen. Kraanwater dient allereerst met een watervoorbereider behandeld te worden en er moet ook nog kalk toegevoegd worden om het water hard genoeg te maken. Ook bacteriën mogen niet ontbreken in de vijver, dus moeten ook deze toegevoegd worden.
Daarna kunnen, als het water goed is, de planten toegevoegd worden en even later kunnen er vissen in en kunt u van de vijver gaan genieten.